Grotere gevoeligheid van het proces
Invloed van de massa
Een verandering van de massa t.o.v. die waarop vermogen en tijd zijn ingesteld, heeft een uitvergrote invloed op de eindtemperatuur. Namelijk: Voor het verwarmen van een zwaardere maaltijd is evenredig meer energie nodig. Maar omdat ook meer latente smeltwarmte (om te ontvriezen) nodig is, zal nog minder energie beschikbaar zijn voor de verwarming van de maaltijd.
10% meer massa betekent dus +/- 20% minder temperatuurstijging, ruwweg ook een 20 °C lagere eindtemperatuur.
Noot: Omgekeerd zal 10% meer of minder energie toevoeren ook leiden tot 20 °C temperatuursverschil in het eindresultaat.
Omdat een magnetron niet gelijkmatig verwarmt, is het dus quasi onmogelijk om een vriesverse maaltijd in een magnetron tot een egale eindtemperatuur te krijgen.
Invloed van de begintemperatuur
Als een maaltijd 10 °C warmer is bij aanvang, zal ze ook 10 °C warmer zijn na regenereren.
Dat geldt evengoed bij koelverse maaltijden, maar daar valt een 10 °C hogere begintemperatuur goed op. Bij vriesverse maaltijden zal een begintemperatuur van -10 °C i.p.v. -20 °C niet opvallen.
Voor een stabiel regenereerproces is het dus belangrijk de maaltijden altijd pas uit de vriezer te nemen vlak voor het regenereren.
Pagina “afkoelen/warmhouden van de maaltijd na regnereren”
Op vraag van een klant heeft Demetra tests uitgevoerd om te kijken welke mogelijke oplossingen de grootste impact hebben ter vermijden van het afkoelen van de maaltijd na het regenereren.
De klant wist immers dat de maaltijd goed op temperatuur was na het regenereren maar had gemerkt dat de temperatuur soms te laag was toen deze geconsumeerd werd.
Volgende ingrepen zijn bevorderlijk voor het langer op temperatuur houden van de maaltijd na regenereren (in volgorde van afnemende invloed):
Maaltijd op het toestel laten staan
Als je de maaltijd pas van het toestel haalt als ze echt gegeten wordt, bijvoorbeeld na het eten van de soep, blijft deze gewoon op temperatuur.
Isolatie onder bord
Als je de maaltijd van het toestel haalt en op bijvoorbeeld een kurken pottenhouder zet, wordt de afkoeling quasi volledig gestopt
Folie/deksel niet openen
Het verschil in afkoeling tussen een bedekte maaltijd en een open maaltijd is betekenisvol
Porselein i.p.v. kunststof
het gegeven dat porselein ook warmte bijhoudt en dus de afkoeling vermindert, heeft een beperkt effect. Dat het effect klein is,is bij nader inzien ook logisch: de warmtecapaciteit (= opgeslagen warmte-energie) van porselein (1070 J/kg K) is amper 1/4 van die van de maaltijd (4186 J/kg K – warmtecapaciteit van water). Daarbovenop geleidt porselein (1,5 W/m K) de warmte ook 3 keer beter dan de maaltijd (0,58 W/mK). Porselein slaat dus weinig energie op en het geeft die energie ook makkelijk af.