Erg onwaarschijnlijk.

Een persoon zou gedurende langere tijd bijvoorbeeld zijn hand tegen het verwarmingselement moeten houden om zich te kunnen verbranden. Daarnaast is het zo dat de Mealbutler® een zeer licht verwarmingselement heeft dat qua temperatuurverloop quasi gelijk oploopt met de temperatuur van de maaltijd. Indien een verwarmingselement ongebruikt blijft dan schakelt deze zichzelf na 2 minuten uit. Deze zaken zorgen ervoor dat het niet waarschijnlijk is dat iemand zich aan de Mealbutler zal verbranden. 

De electriciteitskosten om 1 maaltijd met soep op de Mealbutler te regenereren is ongeveer € 0,02.

De Mealbutler verbruikt enkel de energie nodig om de maaltijd op temperatuur te brengen en is daarbij, samen met de magnetron de meest efficiënte manier om een maaltijd te regenereren. Hij verbruikt bijvoorbeeld ongeveer evenveel als de magnetron:

• De Mealbutler verbruikt ongeveer 150W gedurende 45 minuten.
• Een magnetron verbruikt ongeveer 900 W gedurende 3 (soep) + 5 (hoofdmaaltijd) minuten. Andere technologieën verbruiken een veelvoud hiervan!

Nee, dat kan niet.

Kunststoffen servies: bestaande materialen zijn niet voldoende thermisch stabiel. Porseleinen servies: de MB is ingesteld op dit servies.  Het bord is bovendien een speciale serie met gegarandeerde vlakheid.  Gebruik van een ander bord kan leiden tot verkeerde eindtemperaturen, maar kan ook tot gevolg hebben dat de Mealbutler niet de juiste reactie van het bord voelt en dus beslist de opwarming niet uit te voeren.

45 minuten is het beste compromis van tijd en kwaliteit.  

Hoe langzamer namelijk een maaltijd op temperatuur gebracht wordt, hoe egaler de verdeling van de temperatuur. Zogenaamde ‘hot spots’ zorgen voor een locale kwaliteitsvermindering.  Sneller verwarmen betekent altijd een lagere kwaliteit.  Zo wordt de maaltijd enkel op temperatuur gebracht en verandert de garing niet.

In principe wel.  

Er zijn uiteraard wel een aantal voorwaarden waar de maaltijd aan moet voldoen:

• De massa van de maaltijd moet liggen tussen 150 g en 500 g en de massa van de soep moet 200 g zijn.
• De maaltijd mag het deksel of de sealrand niet raken.

In zo’n geval is het belangrijk een onderscheid te maken tussen 2 situaties:

De maaltijd is nog koud na het regenereren.
De Mealbutler heeft de opwarming stopgezet omdat hij denkt dat er geen maaltijd/soep aanwezig is.

• Een mogelijkheid is dat het toestel werd aangezet vóór de maaltijd/soep er op stond, als de Mealbutler namelijk ‘denkt’ dat er geen maaltijd op staat dan schakelt hij het betreffende verwarmingselement uit. 
• Een andere mogelijkheid is dat het bord of de kom niet goed geplaatst is, bijvoorbeeld op de rand. Hierdoor is het contact slecht.
• Er wordt ander servies gebruikt wat niet geschikt is voor de Mealbutler (slecht contact). 
• En tot slot is  er een mogelijkheid dat het toestel net tevoren heeft aangestaan. Hierbij is de oplossing 15 minuten te wachten alvorens het opnieuw te proberen.

De maaltijd is warm geworden, maar niet voldoende warm; eindtemperatuur is te laag
Mogelijke aanleiding:

• De maaltijd woog meer dan 500 g.
• De maaltijd kwam tegen het deksel of de sealfolie.
• De maaltijd lag op een ander bord dan het Mealbutlerbord.
• Te veel tijd tussen regenereren en consumptie.

De oplossing hiervoor is het toestel dichter bij de consument zetten (bijvoorbeeld op de eettafel) en laat de maaltijd op het toestel staan terwijl de soep gegeten wordt.